Beleggen in lithiumdelvers kansrijk op lange termijn

Lithiumproducenten doen het al een tijdje slecht op de beurs, vanwege de lage lithiumprijs. Dat leverde derdekwartaalcijfers op die beleggers teleurstelden, waarop de koersen nog verder daalden. Maar zij zijn bijziend, vindt Morningstar-analist Seth Goldstein. Hij kijkt naar de lange termijn en ziet voor beleggers met geduld kansen op een goed rendement in deze business.

Rentsje de Gruyter 23 november, 2023 | 9:31
Facebook Twitter LinkedIn

sqm

Je zou denken dat bedrijven die lithium uit de grond halen nu goudgerande winstcijfers halen. Het edelmetaal lithium is immers cruciaal om batterijen voor in elektrische auto’s te kunnen maken. En de verwachte massale komst daarvan lijkt gezien de energietransitie onvermijdelijk. Bovendien is het aanbod van de grondstof lithium beperkt – veel beperkter dan de verwachte vraag ernaar. Toch doen lithiumdelvers het momenteel beroerd – qua winst én beurskoers.

Neem Albemarle (ALB), de allergrootste lithiumproducent ter wereld. De beurskoers van dit Amerikaanse concern uit North Carolina kelderde sinds eind juli van zo'n $235 naar een schamele $127 nu.

De stand van zaken bij ’s werelds op één na grootste lithiumdelver, het Chileense SQM (SQM), is al even deprimerend. Ongeveer een jaar geleden stond de koers van Sociedad Quimica y Minera, zoals het bedrijf voluit heet, aan de New York Stock Exchange nog bijna op honderd dollar per aandeel. Op de New Yorkse beurs koerst het nu rond de $50 – de koers is dus binnen een jaar gehalveerd.

Dat komt omdat lithiumproducenten flink last hebben van de lithiumprijs, die al een tijdje laag staat. In december 2022 noteerde die nog $75.000 per ton, maar inmiddels is afgezakt naar $23.000 als gevolg van afnemende vraag en voorraadafbouw. Morningstar's aandelenanalist Seth Goldstein, die de lithiumdelvers en ook Tesla volgt, verwacht dat de prijzen richting het einde van 2023 zullen stabiliseren en in 2024 willen gaan stijgen.

 

Teleurstelling bij beleggers

Op de beurs daalden de koersen van grote lithiumproducenten verder nadat zij in de afgelopen weken teleurstellende derdekwartaalcijfers bekend hadden gemaakt. Die waren behoorlijk dramatisch als gevolg van de gedaalde lithiumprijs. Zo lag de prijs die SQM afgelopen kwartaal gemiddeld voor het edelmetaal kreeg 47% lager dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dat leidde bij SQM tot een ebitda (winst vóór rente, belastingen en afwaarderingen) die maar liefst 53% lager lag dan in het derde kwartaal van 2022,

Bij Albemarle lag de ebitda zelfs 62% lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Het noodzaakt het bedrijf tot een verlaging van de ebitda-outlook voor 2023; het gaat niet langer uit van $3,8 - 4,4 miljard, maar nu van $3,2 - 3,4 miljard. Morningstar-analist Goldstein verwacht $3,2 miljard, terwijl de ebitda in 2022 nog $3,5 miljard bedroeg.

Albemarle denkt dit jaar 30% meer lithium te produceren en verkopen dan vorig jaar. Maar als de prijs per ton die het daarvoor krijgt zo laag blijft als nu of nog verder daalt, is dat geen goed nieuws. Albemarle zelf denkt dat de prijzen met 15% zullen stijgen, maar dat is maar de vraag. Als de nieuwe voorraden van Albemarle sneller op de markt komen dan de vraag stijgt, zal dat de winstgevendheid drukken, legt Goldstein uit.

Wat allicht ook niet geholpen heeft om Albemarles beurskoers op peil te houden, is dat het in oktober de overname van de Australische lithiumdelver Liontown afblies. Albemarle zou daar $4,2 miljard (een kleine €4 miljard) voor op tafel leggen en analisten hadden enthousiast gereageerd op de aankondiging van de deal. Want Liontown exploiteert onder andere de Australische Kathleen Valley-mijn, die naar verwacht al komend jaar lithium gaat opleveren.

 

Positief voor lange termijn

Analist Goldstein deelt de sombere blik van veel beleggers over de lithiumindustrie niet.  Volgens hem kijken beleggers te veel naar de korte termijn; ze vrezen overaanbod in 2023 en 2024, terwijl dat maar een klein stukje van het hele verhaal over lithium is. Zij zouden hun bijziendheid moeten laten varen en kijken hoe hard de vraag naar de bijzondere grondstof op termijn nog gaat stijgen, aldus Goldstein.

Hij verwacht dat de vraag vanaf nu met 20% per jaar zal toenemen, van circa 800.000 ton afgelopen jaar naar 2,5 miljoen ton in 2030. De voorraadafbouw houdt een keer op en dan zal er bij groeiende vraag opnieuw een aanbodtekort ontstaan, voorspelt hij. Ook denkt Goldstein dat de lithiumprijs vanaf eind dit jaar zal stabiliseren en zal stijgen in 2024. Tot 2030 verwacht de analist dat de lithiumprijs ruim boven de $12.000 per ton zal uitkomen, het niveau dat hij eerder voorzag voor die periode. Hij voorspelt een lange-termijn gemiddelde prijs van $30.000 per ton.

 

Albemarle: financieel zeer gezond

Daar zal zeker Albemarle financieel van profiteren, omdat de productiekosten bij de Amerikaanse wereldmarktleider lager zijn dan die van andere lithiumproducenten. Dat is dankzij de exploitatierechten die het nog twintig jaar heeft op de Salar de Atacama, een immens zoutmeer in Chili, waar het lithium wint door pekelwater te laten verdampen. En dat is een van de droogste gebieden op aarde, waar het weinig regent en de lithiumconcentratie het hoogste is, zo schrijft Goldstein.

De analist is al langer positief gestemd over Albemarle, ook omdat het concern financieel zo gezond is. Zo is de verhouding tussen de netto schuld en de bruto winst voor aftrek van rente, belasting en afschrijvingen bijzonder gunstig, vindt Goldstein. Dit betekent dat Albemarle nu en in de toekomst aan al zijn financiële verplichtingen kan voldoen en ook keurig dividend zal blijven uitkeren.

De zware investeringen die het heeft gepland, doen daar niks aan af. Die zijn gericht op productieverhoging op bestaande locaties en kan Albemarle grotendeels financieren uit de inkomsten – het hoeft er dus maar beperkt geld voor te lenen. En het concern kan het geld dat het in kas heeft natuurlijk ook inzetten voor een andere overname, nu die van Liontown niet doorgaat. Zakenbankiers verwachten een golf van fusies en overnames, zoals afgelopen zomer al duidelijk werd uit ons eerdere artikel over lithiumproducenten.

 

SQM: dreigt nationalisatie?

Ook SQM profiteert van het feit dat het zoutmeren in het Chileense Salar de Atacama exploiteert – net als Albemarle. Door de lage exploitatiekosten daarvan vergeleken met mijnen waar lithium gedolven moet worden, is de business snel winstgevend.

Wel verloopt SQM’s licentie voor het Chileense zoutmeer veel eerder dan die van Albemarle, namelijk al in 2030. Dat is een risico, gezien de plannen die de Chileense regering afgelopen voorjaar aankondigde om de winning van lithium deels en geleidelijk te nationaliseren. Maar volgens Goldstein is de kans dat de regering die plannen doorzet even groot als de kans dat dit níet gaat gebeuren. Het Chileense congres ziet namelijk weinig in dit idee. Kortom: afwachten maar.

SQM is ook niet volledig afhankelijk van inkomsten uit Chili; het is bijvoorbeeld ook betrokken bij het delven van lithium uit een mijn in Australië, via een joint venture met Wesfarmers voor het Mount Holland-project in het westen van het land – ook wel het Earl Grey-project genoemd. SQM en Wesfarmers bezitten allebei de helft van de aandelen in deze operatie. Ook voor dit project geldt dat de kosten relatief laag uitvallen – al zijn ze hoger omdat de lithium uit mijnen moet worden gedolven, en niet uit een zoutmeer, zoals in Chili.

 

Allebei ondergewaardeerd

Tot slot een blik op de waardering van SQM en Albemarle; voor beide geldt dat de reële waarde, ofwel de Fair Value in Morningstar-terminologie die Goldstein calculeert een stuk hoger ligt dan de actuele beurskoers; beide zijn ondergewaardeerd, Albemarle nog sterker dan SQM.

De koers van SQM schommelt rond de $50, versus een Fair Value van $95. Goldstein liet deze Fair Value na de kwartaalcijfers ongewijzigd.

Bij Albemarle heeft Goldstein zijn Fair Value verlaagd van $350 naar $300 om de korte-termijn effecten van de lithiumprijsdaling weer te geven. Maar ook na die verlaging is de Fair Value nog beduidend hoger dan de actuele koers van omstreeks $127. Pluspunt voor beleggers in Albemarle is dat het aandeel een dividendaristocraat is. Sinds 1995 heeft het elk jaar een hoger dividend per aandeel uitgekeerd en Goldstein verwacht dat dit prioriteit zal blijven voor het bedrijf.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Rentsje de Gruyter  Rentsje de Gruyter schrijft freelance voor Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten