De corona crisis trok de afgelopen maanden niet alleen diepe sporen in ons sociale leven. Ook de economie werd hard geraakt met een krimp die zelden is vertoond. Niet verwonderlijk veroorzaakte de crisis ook heftige turbulentie op de financiële markten. Waar de koersborden van aandelenbeurzen wereldwijd dieprood kleurden, wisten duurzame fondsen zich weliswaar niet te onttrekken aan verliezen, maar wisten deze over het algemeen wel beter te beperken dan hun conventionele tegenhangers.
Minder zware klappen
Duurzame fondsen kregen onder andere minder zware klappen, omdat zij over het algemeen niet of minder zwaar belegd zijn in de energie sector. Daarnaast beleggen zij vaak minder in de zwaar getroffen grootbanken. Aan de andere kant beleggen duurzame fondsen juist meer in sectoren als gezondsheidszorg en technologie, die het in de afgelopen maanden juist relatief goed hebben gedaan.
Tot slot behoren duurzame bedrijven vaak tot de categorie groei- en kwaliteitsbedrijven. Een beleggingsstijl die het dit jaar veel beter heeft gedaan dan de waardestijl. Dat is in lijn met de veel gehoorde gedachte dat duurzaam beleggen gepaard kan gaan met een lager risico. Duurzame bedrijven worden vaak geleid door goede management teams. Juist omdat het management van hoge kwaliteit is, hebben zij oog voor duurzaamheid is de redenering. Dat leidt tot een lagere kans dat dergelijke bedrijven betrokken raken in duurzaamheidscontroverses die zowel imago als financiële schade kan berokkenen aan een bedrijf. Goed geleide bedrijven beschikken echter over het algemeen ook over solide balansen en een sterke mate van winstgevendheid, hetgeen ze minder risicovol maakt.