De inflatie in Nederland blijft hardnekkig hoger dan het Europese gemiddelde. Ruim een jaar geleden kwam het Nederlandse inflatiecijfer boven het Europese uit en sinds mei 2024 wordt het verschil groter. Het Europese cijfer daalt verder in de richting van de doelstelling van de Europese Centrale Bank van 2%, terwijl Nederland daar steeds verder van af lijkt te raken.
Over april rapporteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een prijsstijging van 4,1% in Nederland ten opzichte van april 2024, een toename ten opzichte van de 3,7% op jaarbasis in maart.
Die stijging is vooral te verklaren door de timing van de voorjaars-schoolvakantie, zegt Marcel Klok, macro-econoom voor Nederland bij ING Research, tegen Morningstar: “Meer dan in andere jaren vielen de vakantiedagen in april, in plaats van verspreid over maart, april en mei.” Het CBS wijst als oorzaak voor de inflatie hogere prijzen voor vakanties, en dan specifiek vliegtickets (internationale vliegtickets waren 20,8% duurder dan in april 2024) en verblijven in vakantieparken en hotelovernachtingen aan. “En dat viel allemaal in april,” aldus Klok. Hij verwacht dat “dit vakantie-effect op de inflatie in mei hoogstwaarschijnlijk andersom uitpakt.”
Er zijn ook dingen die goedkoper worden. Autobrandstoffen waren in april 8,9% goedkoper dan een jaar eerder, terwijl in maart de brandstofprijzen 5,1% lager waren dan in maart 2024. Hiermee hangt ook het effect van een goedkopere dollar samen, die import vanuit het buitenland naar Nederland goedkoper maakt, in het bijzonder de import van olie en gas.
Stijgende trend in Nederlandse inflatie
In de eerste maanden van 2025 leek de inflatie wat te dalen met 3,3% in januari, na 4,1% in december, maar in februari was het alweer 3,8% en in maart 3,7%, zoals onderstaande grafiek laat zien.
“We spenderen ons suf”
De hogere inflatie in Nederland is het gevolg van het feit dat de economie in Nederland beter draait dan in andere Europese landen, “hoe paradoxaal dat ook klinkt,” zegt Edin Mujagic, macro-econoom en mede-beheerder van Hoofbosch Beleggingsfonds: “We spenderen ons suf. De vraag is hoog, maar het aanbod houdt dat niet overal bij. In een sterke economie is het daarom voor aanbieders makkelijker om hogere kosten door te berekenen dan in een omgeving waar consumenten bedrijven de hand op de knip houden en afhaken als prijzen te sterk stijgen.”
De kern van de inflatie wordt gevormd door de beleidskeuze die de Nederlandse overheid maakt. “Het aanhoudende verschil in de inflatie tussen Nederland en Europa wordt grotendeels veroorzaakt doordat hier andere keuzes worden gemaakt dan in andere landen,” zegt ING-econoom Klok. “De hoge vraag komt deels doordat onze economie tijdens en na corona goed is blijven draaien dankzij de overheidssteun die de vraag op peil hield. Andere Europese landen hebben een veel grotere dip gehad in hun economie.”
Effect van loonsverhogingen jaagt diensteninflatie op
Beide economen wijzen op de krappe arbeidsmarkt in Nederland als belangrijkste factor. Die krapte heeft in de voorbije kwartalen gezorgd voor hoge loonstijgingen in tal van sectoren, zoals de bouw en het onderwijs die in 2023 en 2024 werden uitonderhandeld en tot wel 10% bedroegen. Dat werkt dit jaar nog steeds sterk door, net als vorig jaar. Het CBS becijfert dat de CAO-lonen in het eerste kwartaal van dit jaar 5,4% hoger lagen dan een jaar eerder. In het vierde kwartaal van 2024 was dat 6,4% en in het derde kwartaal 2024 was dat 6,8%, het hoogste cijfer in 40 jaar tijd.
Het looneffect komt terug in het cijfer voor de diensteninflatie. De diensteninflatie volgens het geharmoniseerde cijfer ligt in april op 6% voor Nederland en 3,9% voor het Europees gemiddelde.
Een beleidskeuze is volgens Mujagic van Hoofbosch ook dat Nederland vaak “het beste jongetje van de klas wil zijn” en “bovenop Europese regels nog eens extra verplichtingen of belastingen stelt op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid of milieu. Dat leidt voor bedrijven hier tot hogere kosten en die berekenen ze door.”
Prijzen voeding en drank stijgen hier sterker dan Europees gemiddelde
Een concreet aanwijsbare productcategorie die eruit springt en het verschil tussen Nederlandse en het Europese gemiddelde illustreert, is voedingsmiddelen en dranken. In april werden die in Nederland 7,2% duurder op jaarbasis tegen 3% voor Europa, meldt het CBS. “Met name bij voedingsmiddelen en dranken en tabak was in april de prijsstijging op jaarbasis in Nederland groter dan gemiddeld in de eurozone,” concludeert het statstiekbureau. Maar ook in de voorbije maanden was deze trend al zichtbaar.
“Dat is iets dat iedereen voelt,” zegt Mujagic. “Het voorbeeld van de vliegtickets in april is dat juist niet, en dat geldt ook voor de accijnsverhoging op tabak van vorig jaar.” De voedingsindustrie heeft zoals iedereen te maken met loonstijgingen, maar ook duurdere grondstoffen zoals koffie en chocola. De supermarkten worden bovendien bovengemiddeld hard geraakt door huurstijgingen met hun grote hoeveelheid vierkante meters, en zullen ook dat proberen door te berekenen, zegt Mujagic. “Dat kan een zichzelf versterkende spiraal worden.”
Naast die grote factoren is ook de optelsom van een reeks kleinere effecten niet te onderschatten, zegt Klok. “De korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s is dit jaar deels afgeschaft en het collegegeld is met 12% verhoogd. Dat zijn voorbeelden die lang niet voor iedereen gelden, maar uiteindelijk wordt iedereen wel ergens door geraakt.”
Inflatie zal dalen door onzekerheid en lagere energieprijzen
ING’s Klok ziet de inflatie op termijn wel dalen. Hij gaat uit van een lagere inflatie in 2026 dan in 2025. “Energie zal goedkoper worden, de stijging van de kosten voor wonen vermindert en het na-ijl effect van de grote eenmalige accijnsverhoging op tabak van april 2024 loopt uit de cijfers.”
Recente wijzigingen in het kabinetsbeleid hebben volgens Klok eveneens een drukkend effect op de inflatie in 2026: “De bevriezing van huren in de sociale sector die voor 1 juli gepland staat, de verlaging van de energiebelasting en het schrappen van de voorgenomen BTW-verhoging op cultuur en media hebben een belangrijke impact. De kosten voor woninghuur maken een groot deel van het inflatiemandje uit en zonder de bevriezing zouden de huurstijgingen veel hoger uitvallen, zelfs ruim boven het streefcijfer van 2%, dus het is vooral de huurbevriezing die de inflatieraming flink drukt.” Overigens is er oppositie tegen dit kabinetsvoorstel, maar onduidelijk is of dat de plannen van tafel kan halen.
Voor heel 2025 rekent Klok op een inflatiecijfer van 3,2% dat in 2026 zal zakken naar 2,3%, dicht bij de doelstelling van de Europese Centrale Bank van 2%.
De auteur of auteurs hebben geen positie in effecten die in dit artikel genoemd worden. Ontdek meer over Morningstar's redactionele beleid.