7 lessen van de Wolf of Wall Street

Jordan Belfort's legendarische verhaal biedt ons lessen die kunnen voorkomen dat we in handen vallen van oplichters zoals hij destijds was.

Valerio Baselli 26 mei, 2021 | 15:45
Facebook Twitter LinkedIn

Leonardo di Caprio in Wolf of Wall Street

De film The Wolf of Wall Street, die een Oscar-nominatie in de wacht sleepte, begint met Jordan Belfort die klaagt dat hij 49 miljoen dollar heeft verdiend in het jaar dat hij 26 werd - want het is net geen 3 miljoen dollar per week. 

Veel bioscoopbezoekers zullen zich bij het verlaten van de zaal hebben proberen voor te stellen hoe het zou zijn om in de schoenen te staan van de jonge effectenmakelaar die begin jaren negentig miljardair werd. Maar voorbij het klatergoud van de ongebreidelde - en zelfs irritatie veroorzakende - luxe waarin de hoofdpersoon zich wentelt, zullen slimme beleggers de zaal uit lopen met een aantal belangrijke lessen in het hoofd geprent. 

Want de film besteedt nauwelijks aandacht aan de (financiële) slachtoffers die Belfort maakte. Terwijl juist op dat punt lessen te trekken zijn voor alle beleggers. Belfort geeft ze tegenwoordig, na het uitzitten van zijn straf, zelf in talrijke essays en artikelen, en ook optreden voor beleggers, zoals bij Morningstar in Australië in 2009. 

Dit zijn de 7 lessen van de Wolf of Wall Street:

1. Vermijd kleine en onbekende adviseurs

Vertrouw uw geld liever niet toe aan een onbekende broker of aan een adviseur die niet verbonden is aan een (grote) adviesfirma of consultant. Er zitten serieuze professionals tussen de kleintjes, en tussen de grote, gevestigde namen zullen ongetwijfeld ook rotte appels zitten, maar het is een groot risico om in zee te gaan met een adviseur die geen loopbaan-wapenfeiten of track record kan laten zien.

2. Win breed informatie in

Om te weten of u de adviseur die u in de arm neemt kunt vertrouwen, moet u meer informatie inwinnen dan alleen de referenties die de adviseur zelf verstrekt. Zoek naar andere partijen die iets weten van deze adviseur en probeer een breder beeld te krijgen van diens expertise en reputatie.

3. Informatie over het bedrijf moet solide en helder zijn

Bij het verzamelen van informatie is het zaak om te zien hoe scheutig de adviseur en/of zijn fonds daar zelf mee zijn. Respectabele consultants gaan open te werk en hebben voldoende informatie openbaar beschikbaar om een oordeel te kunnen vormen over hun werkwijze en hun reputatie. Partijen die alleen maar adverteren met hun rendementen en vaag blijven over alle andere aspecten van hun manier van zaken doen en hun beleggingsprocessen, zijn te wantrouwen. Bij twijfel, kies een andere partij. 

4. Ethiek: eenmaal verloren, voor altijd weg 

Als het gaat om geld, dan is het het een of het ander; er is geen tussenweg. Als de lijn eenmaal overschreden is, bestaat er geen weg meer terug. "Toen ik begon, was ik niet ethisch bankroet", vertelt Belfort in zijn autobiografie. "Ik verkocht mijn ziel stukje bij beetje. Ik ben overgelopen naar de dark side door een reeks hele kleine stapjes." 

5. Wantrouw de belofte “exclusief”

De oudste techniek ter wereld is vleierij: “Mijn klanten zijn exclusief, maar jij kan erbij horen.” Bernard Madoff deed precies dit om mensen over te halen.

6. Als het te mooi is om waar te zijn, dan is het dat ook 

Iedereen zoekt naar de makkelijkste en kortste weg om zijn doel te bereiken, en finance is daarop geen uitzondering. Als iemand je een methode biedt met voorwaarden die te mooi om waar te zijn klinken, dan moeten alle alarmbellen afgaan en is dieper onderzoek noodzakelijk. Want als iets te mooi is om waar te zijn, dan is het dat ook. Ook hier geldt weer: de betoverende rendementen die Madoff voorspiegelde zijn hier een goed voorbeeld van.

7. Financial Conduct Authorities Have Their Limits

Regelgevende en toezichthoudende autoriteiten zijn heel belangrijk, maar het naief om blind op ze te vertrouwen. Beleggers moeten de eerste zijn die zichzelf controleren en ook de partijen met wie ze werken.

Zorgwekkend in dit verband is de verklaring van Belfort over de controle door de Amerikaanse toezichthouder, de Security and Exchange Commission. “Daar klopt niets van. Dat instituut is onderbemand en heeft te weinig middelen. Het moet opgeheven worden en opgaan in een effectiever overheidsorgaan”, vindt hij. “In mijn tijd bij Stratton Oakmont stuurde de SEC vier teams met onderzoekers naar ons in twee jaar tijd. Het waren kleuters. Ze wisten niets van de effectenhandel. Destijds deed ik er veel aan om mijn activiteiten legitiem te laten lijken. We gaven hen honderden, duizenden trading tickets, en terwijl zij zochten naar een smoking gun, verdienden wij bergen geld.”

 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Valerio Baselli

Valerio Baselli  è Giornalista di Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten