De meest recente inflatiecijfers voor de eurozone worden op 2 mei gepubliceerd door Eurostat, temidden van zorgen over de economische impact van het Amerikaanse tariefregime en de meest recente renteverlaging van de Europese Centrale Bank.
De algemene inflatie zal volgens de consensusramingen van FactSet met 2,1% zijn gestegen ten opzichte van april 2024 en lager zijn dan de 2,2% op jaarbasis in maart.
De kerninflatie, die de prijzen weergeeft zonder volatiele componenten zoals energie en voedselkosten, is in april naar verwachting met 2,5% op jaarbasis gestegen, iets meer dan de 2,4% van maart.
“De Europese inflatie zal in april naar verwachting dalen tot 2,1%, het laagste niveau dat we in zes maanden hebben gezien en bijna in lijn met het beoogde niveau van de ECB”, zegt Michael Field, hoofdstrateeg Europese aandelenmarkten bij Morningstar.
Maar hij voegde eraan toe dat “de feestvreugde van korte duur zou kunnen zijn” vanwege het voortdurende risico van Amerikaanse invoerrechten. “De EU formuleert momenteel een reactie op de meest recente ronde van tarieven van Trump. Slim wachten ze tot het einde van de pauze van 90 dagen, maar elke verdere escalatie zou de inflatie in Europa weer scherp omhoog zien gaan.”
Inflatie diensten was de motor in maart
In maart 2025 bleef de diensteninflatie met een bijdrage van 1,56 procentpunt de belangrijkste aanjager van de nominale inflatie (HICP). De bijdrage van voedsel, alcohol en tabak bedroeg 0,57 procentpunt en die van energie -0,10 procentpunt. Niet-energie gerelateerde goederen gaven een impuls van 0,16 procentpunt.
Het zou positief zijn voor de markten als de kerninflatie stabiel blijft op 2,5%, zegt Morningstar’s Field. “Hoewel dit cijfer boven de doelstelling van 2% van de ECB blijft, betekent de daling in het afgelopen jaar een goede vooruitgang voor wat vaak een kleverige maatstaf voor inflatie kan zijn.”
Goldman Sachs verhoogde haar prognose voor de nominale inflatie nadat de Spaanse HICP-inflatie op 29 april boven verwachting uitkwam op 2,2% op jaarbasis. Volgens het lokale instituut voor de statistiek werd de Spaanse inflatie gedreven door een opmerkelijke stijging van de prijzen voor vrijetijdsbesteding en cultuur.
Ze verwachten ook dat de Duitse nominale inflatie zal dalen van 2,3% in maart naar 2,2% op jaarbasis in april, en dat de kerninflatie zal toenemen tot 3,1% op jaarbasis, onder invloed van reisgerelateerde diensten vanwege de timing van Pasen dit jaar. Tot slot bleef de Italiaanse inflatie met 2,1% achter bij de verwachtingen, terwijl de zojuist gepubliceerde Franse cijfers positief verrasten met een stijging van de HICP met 0,8% op jaarbasis.
Rekening houdend met de Spaanse, Italiaanse en Franse nationale gegevens verhoogden ze de prognose voor de nominale inflatie in de eurozone voor april licht van 2,09% eerder naar 2,12% op jaarbasis.
Zal de ECB haar verruimingscyclus voortzetten?
De volgende vergadering over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank vindt op 5 juni plaats in Frankfurt en de markten verwachten dat de verruimingscyclus zal worden voortgezet ondanks economische tegenwind. De ECB verlaagde haar belangrijkste rentetarief op 17 april met 25 basispunten naar 2,25%, de zesde opeenvolgende verlaging in deze cyclus.
“Lagere inflatie haalt de druk weg bij de ECB, die op haar beurt de rentetarieven verder kan verlagen,” zegt Field, die eraan toevoegt dat lagere rentetarieven zullen helpen om de aandelenmarkten te stimuleren, die een aantrekkelijk opwaarts potentieel bieden na de door tarieven veroorzaakte crash.
Ook het Allianz Research Team denkt dat de zorgen over de inflatie naar de achtergrond zijn verschoven: “De diensteninflatie daalde, de loonstijging neemt af en voorlopende indicatoren van inkoopmanagersenquêtes (PMI’s) wijzen op een afnemende prijsdruk. Het belangrijkste is dat door de agressieve handelsoorlog de desinflatoire krachten verder aan kracht zullen winnen en de inflatie binnenkort ver onder het streefcijfer van 2% zullen duwen”, zeiden ze in een rapport op 18 april.
De auteur of auteurs hebben geen positie in effecten die in dit artikel genoemd worden. Ontdek meer over Morningstar's redactionele beleid.