Het belang van de juiste benchmark

Het absolute rendement van een beleggingsfonds zegt weinig tot niets over hoe goed de beheerder heeft gepresteerd. Voor een goede beoordeling moet een vergelijking worden gemaakt met een benchmark, oftewel een index die het beleggingsuniversum van het fonds vertegenwoordigt. In de praktijk blijken fondshuizen daarin de plank nog al eens mis te slaan. Aan beleggers de taak om wel appels met appels te vergelijken.

Ronald van Genderen 05 september, 2023 | 12:49
Facebook Twitter LinkedIn

Stel, op 1 januari 2023 kocht u een beleggingsfonds dat wereldwijd in aandelen belegd en per eind augustus bedraagt het rendement 15%. De eerste reactie zal er waarschijnlijk één van tevredenheid zijn. Immers, waar behaal je in acht maanden tijd zo’n mooie winst? In ieder geval niet met sparen. Echter, om te bepalen of dit ook echt een goed rendement is en de fondsbeheerder daadwerkelijk zijn of haar werk goed heeft gedaan, is een diepgaandere vergelijking nodig.

Daarvoor is een benchmark nodig, meestal in de vorm van een index die als vergelijkingsmaatstaf kan dienen om het behaalde rendement tegen af te zetten.
Maar welke index te gebruiken? Er zijn namelijk ontzettend veel mogelijkheden. Zo bevat de database van Morningstar op het moment van schrijven alleen al voor aandelen 49.543 indices.

Om een goede benchmark te kiezen is het vooral van belang om eerst te begrijpen in wat voor soort beleggingsfonds u belegt. Het gaat daarbij om de passendheid van een index bij het beleggingsmandaat van een fonds. Niet zozeer de daadwerkelijke portefeuille, maar het beleggingsuniversum waar de beheerder zijn keuzes uit kan maken dient daarbij leidend te zijn. Immers, als een wereldwijd beleggingsfonds de mogelijkheid heeft om in opkomende landen te beleggen, maar besluit om daar tijdelijk niet te beleggen, dan dient zijn prestatie wel afgezet te worden tegen een index die opkomende landen omvat.

 

Beoordeling

Om de passendheid van een index te boordelen, dient onder andere te worden gekeken naar de regio of land(en) waar het fonsd in kan beleggen, de eventuele hang naar een bepaalde stijl van de beleggingen en de focus op bepaalde marktkapitalisatiesegmenten.

Dat oogt als een relatief eenvoudige exercitie, maar de praktijk blijkt vaak weerbastiger als we kijken naar de benchmarkkeuze die fondshuizen maken voor hun fondsaanbod. Zo telt de Morningstar categorie Aandelen Wereldwijd Large-cap Groei in totaal 427 fondsen die in Europa worden verkocht en waarvan bekend is welke benchmark het fondshuis zelf hanteert.

Aangezien deze categorie fondsen omvat die in wereldwijde groeiaandelen beleggen, mag worden verwacht dat er wordt gekozen voor indices die dit reflecteren. Echter, slechts 19 fondsen hebben een index als benchmark die een groeistijl vertegenwoordigt. De meeste fondshuizen blijken te kiezen voor een brede marktindex zonder stijlvoorkeur. Om precies te zijn, 132 fondsen hebben de MSCI World index als benchmark, terwijl maarliefst 223 keer gekozen is voor de MSCI ACWI index als benchmark . Er kan daarom gerust worden gesteld dat een mismatch tussen beleggingsuniversum en benchmark een veel voorkomend fenomeen is.

 

Afzetten tegen benchmark

Dat stelt beleggers voor een probleem bij de beoordeling van fondsprestaties. Immers, stel dat het fonds dat u aan het begin van het jaar kocht, de MSCI World index als benchmark hanteert. Deze index behaalde over de periode van januari tot en met eind augustus een rendement van 14,18%. Dat betekent dat uw fonds een outperformance behaalde van bijna 1% en dat na kosten. Op het eerste oog geen slechte prestatie.

Maar laten we aannemen dat de beheerder zich volledig focust op groeiaandelen, de mogelijkheid heeft om in opkomende landen te beleggen en daarnaast met name in large-caps belegt. Dat maakt de MSCI ACWI Growth index tot de best passende index. Het rendement voor deze index over de eerste acht maanden van dit jaar bedroeg bijna 23%. In plaats van een outperformance blijkt de beheerder een underperformance te hebben behaald van 8% en dat plaatst de prestaties in een heel ander daglicht.

Beleggers doen er goed aan om regelmatig de prestaties van hun beleggingsfondsen te beoordelen. Niet op basis van het absolute rendement, maar in verhouding tot een benchmark. Daarbij dienen zij niet zonder meer uit te gaan van index die door het betreffende fondshuis wordt gebruikt, want dat blijkt maar al te vaak geen appels-met-appels vergelijking te zijn.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Ronald van Genderen

Ronald van Genderen  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten