Hier liggen de kansen voor beleggen in bouwmaterialen

Bedrijven in de bouwsector worden als een goede graadmeter beschouwd voor de huidige staat van de economie. Tijd voor een analyse van vier toonaangevende Europese spelers die bouwmaterialen maken: CRH, HeidelbergCement, Holcim en Saint-Gobain. Sommige kunnen profiteren van de economische stimulansen in de Verenigde Staten.

Rentsje de Gruyter 11 april, 2023 | 11:39
Facebook Twitter LinkedIn

Braila bridge

Brug in aanbouw in Roemenië door CRH. Deze is 200 meter hoog en 2 kilometer lang en verbindt beide oevers van de rivier de Danube. Foto: CRH

Van oudsher gelden bedrijven die bouwmaterialen maken als een goede indicator van het macro-economische klimaat. Zij fungeren als een soort thermometer, die aangeeft wat de vooruitzichten zijn voor de economie. Interessant dus om in deze woelige tijden van hoge inflatie en rente te kijken wat Morningstar's aandelenanalist Matthew Donen vindt van de vier grootste beursgenoteerde concerns die bouwmaterialen produceren in Europa.

De analist bestempelt CRH (CRH) tot de top pick in de sector. CRH is een bouwconglomeraat dat zowel deel uitmaakt van de Londense FTSE 100 als van de Euro Stoxx 50. Bij CRH is een aanzienlijk deel van de inkomsten afkomstig van infrastructurele projecten, waarvan een flink deel in de Verenigde Staten. Dat is een verschil met de drie sectorgenoten Heidelberg Cement, Holcim en Saint-Gobain die minder groot zijn in de VS.

 

Stimulansen in de VS

De bouwmaterialenbedrijven verwachten allevier dat er de komende tijd minder huizen gebouwd zullen gaan worden. De bouw van huizen voor particulieren is immers sterk afhankelijk van de conjunctuur en die staat er op dit moment niet heel fantastisch voor. De stijgende hypotheekrente en hoge inflatie maken wel dat veel consumenten dit niet het ideale moment vinden om een nieuw huis te laten bouwen of er eentje te kopen. Daar is deze tijd financieel te onzeker voor.

Maar overheden zijn in tijden van economische neergang vaak juist wél geneigd om in infrastructurele projecten te investeren, zoals de aanleg van bruggen en wegen – om de economie te stimuleren. Dat zie je vooral in de Verenigde Staten, waar de regering-Biden bakken geld in infrastructurele projecten en commerciële vastgoedprojecten steekt, getuige de recent aangenomen Infrastructure Act.

Daar komt nog bij dat Biden óók wetgeving erdoor heeft gekregen die Amerikaanse bedrijven bevoordeelt boven (bijvoorbeeld) Europese en die bedrijven stimuleert om hun productie naar de VS te verschuiven – de veelbesproken Inflation Reduction Act (IRA). Dat is in het voordeel van bouwbedrijven zoals CRH, wiens productie deels in Amerika plaatsvindt.

 

Positieve ESG-score CRH

Bovendien scoort CRH beter op ESG dan zijn concurrenten. Want de inkomsten van CRH zijn voor slechts 15% afkomstig uit projecten waar veel cement voor nodig is. Dat doet ertoe, omdat voor het maken van cement niet alleen veel energie nodig is, maar ook omdat bij het maakproces ook veel CO₂ vrijkomt. En in elk geval Europese bedrijven worden nu juist verplicht om hun CO₂-uitstoot te verlagen. Gevolg hiervan is dat CRH er op duurzaamheidsgebied beter op staat dan zijn Europese concurrenten, aldus analist Donen.

Die concurrenten krijgen daardoor van kredietbeoordelaren, zoals Moody’s en Standard & Poor’s, een minder gunstige ESG Risk Rating; die classificatie geeft aan in hoeverre beleggers op duurzaamheidsgebied een groter risico lopen met deze bedrijven.

Een laatste pluspunt voor beleggers in CRH is dat dit bedrijf voor een hoog aandeelhoudersrendement zorgt doordat het van plan is eigen aandelen in te kopen ter waarde van $3 miljard (omgerekend zo’n €2,8 miljard). Daardoor worden de aandelen CRH die zij in bezit hebben meer waard, doordat er minder aandelen in omloop komen.

 

HeidelbergCement ook sterk in de VS

HeidelbergCement (HEI) levert aandeelhouders trouwens ook geen slecht rendement, vindt analist Donen; over 2022 gaf het €978 miljoen terug aan aandeelhouders, wat eind februari gelijkstond aan 7,5% van zijn marktwaarde (die sindsdien gestegen is). En voor dit jaar verwacht Donen dat Heidelberg Cement ongeveer hetzelfde rendement zal bieden aan aandeelhouders – daar heeft het voldoende middelen voor.

Wat wel in de jaarcijfers van het concern terugkwam, is dat de inkomsten afgelopen jaar alleen maar gegroeid zijn (met 12% naar €21,1 miljard) vanwege de hogere prijzen die het voor zijn producten is gaan vragen. Het volume aan verkochte producten daalde daarentegen – in lijn met de inzakkende woningmarkt.

Volgens de analisten van Morningstar is HeidelbergCement een van de meest defensieve aandelen in de Europese bouwmaterialensector. Bovendien geldt ook voor HeidelbergCement dat beleggers met dit aandeel kunnen profiteren van de sterk stijgende uitgaven aan infrastructuur in de Verenigde Staten – want Noord-Amerika is de grootste markt voor het concern, groter dan West- en Zuid-Europa.

Daarbij moeten beleggers wel bedenken dat de kernactiviteiten van HeidelbergCement bestaan uit de productie van cement en aggregaten – dat zijn zogeheten toeslagstoffen die je moet toevoegen aan de mix als je beton wilt maken. Die aggregaten dragen allesbehalve positief bij aan de ESG-score.

 

Saint-Gobain: recordinkomsten

Ook bij het Franse Saint-Gobain (SGO) stegen de inkomsten vooral dankzij de hogere prijzen die het afgelopen jaar rekende voor zijn producten; met ruim 13%. Dat leidde tot recordinkomsten van ruim €51 miljard, waarmee Saint-Gobain de hoge inflatie volledig wist te compenseren. Maar net als bij HeidelbergCement zie je bij Saint-Gobain – ooit een werkplaats voor glas die opgericht werd in opdracht van Lodewijk de 14e en honderden spiegels maakte voor het paleis van Versailles – dat de vraag naar zijn producten al daalt vanwege de economische omstandigheden. In het vierde kwartaal van 2022 daalde het volume aan verkochte producten bijvoorbeeld al met 3%.

Wel zijn de activiteiten van Saint-Gobain minder cyclisch van aard dan die van HeidelbergCement, merkt analist Donen op. Zo is de helft van de verkoop bestemd voor renovatieprojecten, waardoor het minder afhankelijk is van inkomsten voor nieuwbouwprojecten. En renovatiewerk is juist booming, omdat huiseigenaren de boel bijvoorbeeld beter willen isoleren om zo de energiekosten omlaag te krijgen. En Saint-Gobain is historisch sterk in het produceren van glas voor ramen. Ook maakt het bijvoorbeeld mengsels om wanden mee te stuken, zoals kalkspecie en gips.

Aandeelhouders hebben ook bij Saint-Gobain niet te klagen: het bouwmaterialenbedrijf wil dit jaar voor ten minste €400 miljoen aan eigen aandelen inkopen. Daarnaast keert het €2 per aandeel dividend uit, en dat is 23% meer dan het jaar ervoor.

 

Holcim krijgt nieuwe CEO

Tot slot Holcim (HOLN) dat bouwmaterialen maakt zoals beton, cement en aggregaten en die in meer dan 70 landen verkoopt. Ook hier stegen de inkomsten op autonome basis (dus exclusief overnames) afgelopen jaar hard, met 13%. Holcim is - anders dan zijn branchegenoten - positiever gestemd over de nabije toekomst. Zo verwacht het concern, het resultaat van een fusie tussen Lafarge en Holcim in 2015, een inkomstengroei dit jaar van 3 à 5% en een buitenproportioneel stijgende winst.

Analist Donen ziet verder een pluspunt in het feit dat Holcim steeds meer producten maakt die bestemd zijn voor reparatie en onderhoud, en minder cement. Daarmee wordt het een minder cyclisch aandeel, omdat voor deze nieuwe productenrange minder energie nodig is bij de fabricage. Dat draagt bij aan een positievere ESG score.

Minpuntje is wel dat er een wisseling aan de top aanstaande is. Huidig bestuursvoorzitter Jan Jenisch verlaat komend jaar die posite, maar blijft wel actief binnen Holcim, want hij wordt de nieuwe voorzitter. Die plek komt vrij omdat huidig voorzitter Beat Hess opstapt. Die carroussel blijft echter incompleet, want wie de nieuwe CEO wordt, is nog niet bekend. Beleggers houden niet erg van dat soort onzekerheid.

 

 

Onder- of overgewaardeerd?

Hoe verhoudt de huidige beurskoers zich tot de reële waarde van deze vier bedrijven, de Fair Value in Morningstar-terminologie? Sinds begin dit jaar is de koers van de aandelen behoorlijk gestegen – en daardoor zijn ze inmiddels een stuk minder ondergewaardeerd op de beurs dan begin 2023. 

Het aandeel CRH was recentelijk zelfs eventjes licht overgewaardeerd, maar is inmiddels weer teruggezakt naar omstreeks 3.800 Britse pence en daarmee tot onder de Fair Value van 3.950 pence.

Dan HeidelbergCement; de waarde per aandeel ging dit jaar van rond de €50 naar nu bijna €67 – en dat is alweer een stuk dichter bij de Fair Value van €71 die analist Donen aan dit Duitse aandeel toekent. Toch ziet de analist opwaarts potentieel voor dit aandeel, vanwege de kansen in de Verenigde Staten, zoals boven uiteengezet.

Het aandeel Saint-Gobain noteert nu rond de €51, terwijl de Fair Value €58 bedraagt. Tot slot Holcim dat aan de Zwitserse beurs genoteerd staat: daarvan staat de koers nu iets boven de 56 Zwitserse francs, en dat cijfer is precies de Fair Value.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Rentsje de Gruyter  Rentsje de Gruyter schrijft freelance voor Morningstar Benelux.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten