De belangrijkste overwegingen bij de selectie van een ETF

De totale kostenratio is de belangrijkste factor voor beleggers die bij de selectie van een ETF. Daarna volgen de onderliggende index en bied-laatspreads.

Hortense Bioy, CFA 30 mei, 2013 | 15:25
Facebook Twitter LinkedIn

De totale kostenratio (total expense ratio of TER) is steeds belangrijker bij de selectie van een ETF. Dat blijkt uit een peiling die onlangs door het EDHEC-Risk Institute werd gepresenteerd tijdens zijn jaarlijkse Europese conferentie.

TER
Voor meer dan twee derde van de respondenten (68 procent in 2012, in vergelijking met 61 procent in 2011) was de TER het belangrijkste selectiecriterium. Uit dit resultaat blijkt dat beleggers de kosten van ETFs grondiger onder de loep nemen, ook al zijn ETFs al een relatief voordelig beleggingsinstrument.

Ook ondersteunt dit resultaat de recente beslissingen van sommige ETF-aanbieders om de kosten te verlagen. Hoewel de steeds hevigere prijsconcurrentie tegenwoordig duidelijker is in de VS, begint de komst van voordelige ETF-providers zoals Vanguard in Europa, druk uit te oefenen op de gevestigde aanbieders.

Onderliggende index
Het op één na belangrijkste criterium voor de selectie van een ETF was volgens de peiling de onderliggende index. Dit is perfect logisch, want de reden voor een belegging is het verkrijgen van een specifieke blootstelling en voor een ETF wordt die blootstelling bepaald door de index die het volgt.

Om de fundamentele krachten achter het rendement van het fonds te begrijpen, is het belangrijk om een ETF van naderbij te bekijken om de samenstelling van de onderliggende index te onderzoeken en zijn eventuele sector-  en/of aandelenvoorkeuren. Andere kenmerken van de index, zoals de manier waarop de wegingen worden bepaald, hoe vaak de samenstelling wordt aangepast en de behandeling van dividenden kunnen eveneens een invloed hebben op de prestaties van een ETF.

Bied-laatspreads
Bied-laatspreads krijgen de op twee na hoogste score als selectiecriterium voor een ETF. In de context van steeds kortere bezitperioden, is dit resultaat wederom geen verrassing. Bied-laatspreads vertegenwoordigen de kosten die gepaard gaan met het kopen en verkopen van een ETF op de secundaire markt. Hoe kleiner de spreads, hoe minder kosten de belegger voor het ETF moet betalen.

Bied-laatspreads zijn de meest  gebruikte maatstaf voor de liquiditeit van een ETF, maar het is in geen geval de enige. Andere vaak gebruikte maatstaven om de liquiditeit van een ETF te bepalen, zijn onder meer het verloop binnen het ETF en het beheerd vermogen, die beide wellicht een beter idee geven van het liquiditeitsniveau.

Tracking error
Een ander essentieel selectiecriterium dat door respondenten van de peiling vaak in aanmerking werd genomen, was de tracking error. ETFs zijn ontworpen om het rendement van een index te volgen en de tracking error beoordeelt hoe goed zij dat doen. Hoe lager de tracking error van een fonds, hoe beter het fonds erin slaagt zijn benchmark te volgen.

Bij de beoordeling van de volgkwaliteit van een ETF is de tracking error niet de enige maatstaf waar beleggers oog voor moeten hebben. Eén beperking van de tracking error is dat de eigenlijke omvang van de underperformance of de outperformance van een ETF niet in aanmerking wordt genomen. Om dit te meten moeten beleggers ook naar het 'tracking difference' kijken.

Tegenpartijrisico
Een ander belangrijk selectiecriterium dat in de peiling van EDHEC-Risk naar voren kwam, was het tegenpartijrisico. De kwestie van het tegenpartijrisico in ETFs is de afgelopen jaren uitvoerig besproken in de context van het debat over fysieke en synthetische replicatie. Inmiddels wordt algemeen aanvaard dat beide replicatiemethoden potentieel gepaard gaan met het tegenpartijrisico (bijvoorbeeld van swaps bij synthetische ETFs en van effectenleningen bij bepaalde fysieke ETFs). Hoewel de meeste beleggers een duidelijke voorkeur hebben voor fysieke replicatie, geven ze toe dat synthetische replicatie zijn verdiensten heeft: namelijk een geringere tracking error en toegang tot inefficiënte en illiquide markten.

Belastingstelsel
Andere criteria voor de selectie van ETFs die uit de peiling van het EDHEC-Risk Institute zijn gebleken, waren onder meer: reputatie van het fondshuis, overeenstemming met de UCITS-richtlijn, het beheerd vermogen, de domicilie van het ETF, het belastingstelsel en het dividendbeleid. Beleggers moeten erop worden gewezen hoe belangrijk het is om grondig te controleren welk belastingstelsel er op een ETF van toepassing is, aangezien dat een invloed kan hebben op het totaalrendement van hun beleggingen.

In onderstaande tabel staan de criteria die in het onderzoek van EDHEC-Risk zijn bevraagd (klik op tabel voor vergroting)



De peiling van het EDHEC-Risk Institute stelde ETF-gerelateerde vragen aan 212 Europese beleggers variërend van institutionele beleggers tot beheerders van privévermogens.

Lees hier de volledige enquête.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Hortense Bioy, CFA

Hortense Bioy, CFA  is director of passive fund research in Europe.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten