Top-5 Alternatives: DNCA aan kop

Liquide open-end alternatieve fondsen, afgekort tot liquid alts, hebben sinds de financiële crisis in 2008 een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In een fondsindustrie waar flows voor veel actieve managers onder druk staan, vormen deze groep hedge-fund achtige strategieën een positieve uitzondering.

Jeffrey Schumacher, CFA 03 juni, 2019 | 8:36
Facebook Twitter LinkedIn

Over de afgelopen 10 jaar tot en met eind december 2018 is het aantal liquide alternatieve fondsen in Europa met maar liefst 76% gestegen tot ruim 2600. Het beheerde vermogen voor deze fondsen groeide fenomenaal van 50 miljard euro in 2008 naar 420 miljard per eind vorig jaar. Deze groei van liquide alternatieve fondsen is dan ook sterker geweest dan voor alle andere asset classes.

De gestage groei van alternatieve fondsen is zowel vanuit de vraag als aanbodkant te verklaren. Een belangrijke aanjager voor de vraag van beleggers naar alternatieve beleggingsvormen is de mogelijkheid die alternatieve fondsen bieden voor diversificatie geweest. De lagere correlatie van alternatieve strategieën met traditionele beleggingen als aandelen en obligaties kan een portefeuille robuuster maken voor schokken in de markt en zo het risico-rendementsprofiel verbeteren.

Daar bovenop komt dat met opereren binnen het UCITS-raamwerk een aantal nadelen van traditionele hedge funds (deels) zijn weggenomen, wat deze fondsen bereikbaarder maakt voor een grotere groep beleggers.

Beperkte liquiditeit en regulering
Alternatieve fondsen kenmerken zich door een beperktere liquiditeit en regulering en kunnen soms weinig transparant zijn. Door het UCITS-raamwerk zijn ze gebonden aan strikte regels met betrekking tot leverage, concentratie en tegenpartijrisico. Er zijn ook liquiditeitsvoordelen doordat beleggers minimaal tweewekelijks in of uit moeten kunnen stappen, terwijl veel fondsen in de praktijk dagelijkse of wekelijkse liquiditeit bieden.

Een andere factor die beleggers naar alternatieve fondsen drijft, is het zoeken van nieuwe alphabronnen in een tijdperk van zeer lage rentes. Dat het monetaire beleid voorlopig ruim blijft is dan ook een positief signaal voor de asset class, maar een eventuele rentestijging vormt daarmee wel een bedreiging voor de vraag naar deze strategieën.

Vrijplaats voor actief beheer
Vanuit de aanbodkant zijn alternatieve fondsen eveneens aantrekkelijk. In een fondsenlandschap waarbij passieve fondsen de heerschappij van actieve fondsen bedreigen, is deze trend duidelijk minder sterk in meer complexe beleggingsstrategieën. Alternatieve fondsen vormen daarmee dus een soort van vrijplaats voor actieve managers, die daar ook nog eens een hogere fee voor kunnen vragen in vergelijking met traditionele actieve beleggingsfondsen.

De groeispurt die alternatieve fondsen in de afgelopen 10 jaar hebben meegemaakt en de aanwas van nieuwe fondsen zorgt er ook voor dat het landschap voor een belangrijk deel bestaat uit strategieën die zich nog niet hebben bewezen. Integendeel zelfs, want veel fondsen hebben moeite om hun rendementsdoelstellingen te realiseren, waarbij veel absolute return fondsen in 2018 een verlies moesten rapporteren.

Ook strategieën die volop in de belangstelling van beleggers stonden, hebben het lastig gehad. De dominante spelers in dit segment hebben te kampen gehad met uitstroom nadat ze eerder tot forse omvang waren gegroeid. Het zijn tekenen van een asset class die volop in ontwikkeling is en die zeker nog niet volwassen is.

Geraakt door sell-off
Dat ook alternatieve fondsen niet immuun zijn voor marktsentiment bleek wel uit de flow data over 2018. Het was het eerste jaar sinds de financiële crisis dat de asset class werd geconfronteerd met netto uitstroom. De asset class zag 24 miljard euro aan uitstroom in de laatste drie maanden van 2018, waarmee het een van de voornaamste slachtoffers was van de sell-off die plaatsvond.

In 2019 vergaat het de asset class niet veel beter. De teller staat per eind april op een uitstroom van eveneens 24 miljard euro, waarmee het beheerde vermogen van 429 miljard euro duidelijk lager is dan de top van 490 miljard euro die in mei vorig jaar werd bereikt. De top-5 die we hebben samengesteld is gebaseerd op de netto-instroom op fondsniveau in 2019 tot en met eind april over alle alternatieve categorieën in de Morningstar database.

DWS Concept Kaldemorgen op 2
In de top-5 staat DWS Concept Kaldemorgen, dat bijna 700 miljoen aan nieuw geld zag binnenstromen, op plek twee. Het fonds, dat vorig jaar van de Morningstar analisten een upgrade kreeg van Bronze naar Silver, staat onder leiding van veteraan Klaus Kaldemorgen. Kaldemorgen heeft sinds de strat van het fonds in 2011 een sterk team om zich heen gebouwd, wat ondanks de onzekerheid met betrekking tot DWS stabiel is gebleven. Ook de continuïteit is gewaarborgd, nu Kaldemorgen heeft aangegeven minimaal tot 2021 bij DWS te blijven en ook verschillende taken aan teamleden heeft overgedragen in het kader van opvolging.

De aanpak van het fonds kenmerkt zich door risicocontrole, waarbij de jaarlijkse volatiliteit niet boven de 10% mag uitkomen. Kaldemorgen heeft hierbij de flexibiliteit om op basis van zijn marktvisie te alloceren tussen aandelen, obligaties, cash en goud, terwijl derivaten eveneens worden ingezet om het fonds tactisch te positioneren of om risico’s af te dekken. Short posities hebben een beperkte rol binnen het mandaat. Het fonds heeft van nature een voorkeur voor waarde- en dividendaandelen, maar stijl afwijkingen worden doorlopend gemonitord. Ook Kaldemorgen moest in 2018 een verlies rapporteren van bijna drie procent, maar in zijn overige jaren werd er steevast een positief rendement gerealiseerd.

BlackRock Global Event Driven Fund op 4
Het met een Bronze rating gewaardeerde BlackRock Global Event Driven Fund treffen we aan op de vierde plaats met een netto instroom van 405 miljoen euro. Het fonds profiteert maximaal van de sterke technologische en kwantitatieve hulpmiddelen die het fondshuis te bieden heeft.

Beheerder Mark McKenna, die voordat hij begon bij BlackRock in 2014 de event-driven component heeft gemanaged van Harvard’s endowment, heeft een team van zes beleggingsprofessionals opgezet met een brede kennis van het event-driven beleggingslandschap. Het fonds kan beleggen in allerlei soorten corporate events, wat het fonds onderscheidt van pure merger-arbitrage fondsen. Het fonds belegt normaliter 70% van het fondsvermogen in zogenaamde hard-catalyst events zoals fusies en overnames, terwijl het restant wordt belegd in soft-catalyst events zoals een verandering in de directie van een bedrijf.

Risico’s worden strak gemonitord en posities beperkt tot drie procent van de nettovermogenswaarde. De strategie heeft naar behoren gepresteerd terwijl de beta laag bleef. Zelfs in het vierde kwartaal van 2018 werden de verliezen beperkt, wat het fonds in staat stelde om 2018 met een positief rendement af te sluiten.

Top-5 Alternatives

Top 5 Alternatives tabel BE vrijstaand

(klik op tabel voor vergroting)

Dit artikel is een samenwerking van Fondsnieuws met Morningstar en gebaseerd op data van Morningstar. Bovenstaande is nadrukkelijk niet bedoeld als een aanbeveling tot het doen van transacties.

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Jeffrey Schumacher, CFA  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten