Pas op voor de dividendvalkuil

Dividendaandelen zijn aantrekkelijk. Maar op een gegeven moment kunnen ze riskanter worden dan het gemiddelde aandeel.

Michael Rawson 24 augustus, 2010 | 13:55
Facebook Twitter LinkedIn

Dividenduitkerende aandelen worden vaak gezien als stabieler en van een hogere kwaliteit dan hun tegenhangers die geen dividenden uitbetalen. Ze worden dan ook gezien als de volgende stap op het risico/rendement-spectrum, dat reikt van obligaties met laag risico tot aandelen met hoog risico. En toch: op een gegeven moment kunnen dividenduitkerende de aandelen riskanter worden dan het gemiddelde aandeel.

Eerder deze zomer boden aandelen van BP over de voorgaande 12 maanden een dividendopbrengst van 9 procent. Maar de markt vreesde – terecht, zo bleek – dat dit dividend teruggeschroefd zou worden. Een ander voorbeeld is New Century Financial, een subprimehypotheek REIT die op het hoogtepunt van de woningzeepbel een dividendopbrengst van zo’n 18 procent uitkeerde. Dat dividend was echter geen lang leven beschoren, en de REIT ging failliet toen de zeepbel barstte. In dit artikel nemen we de strategieën van dividendgerichte Exchange-Traded Funds onder de loep om een dergelijke zwanenzang te voorkomen.

Dividenden zijn historisch gezien goed voor 40 procent van het rendement uit aandelenbeleggingen. En in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, boeken bedrijven die hoge dividenden uitbetalen doorgaans wel een sterke winstgroei. Dividenduitkerende bedrijven beschikken dus ongetwijfeld over sterke argumenten. Het zou dan ook logisch lijken om in een dividendfonds de aandelen te wegen naar hun dividendopbrengst, zodat aandelen met hoge uitkering een groter percentage van het fonds uitmaken. Helaas volgt uit de stelling dat dividenden goed zijn, niet automatisch de conclusie dat hogere dividendopbrengsten nog beter zijn. Een dergelijke benadering helpt immers niet om de risicovolle bedrijven van lage kwaliteit, die wellicht hun dividenden zullen moeten verlagen of zelfs failliet zullen gaan, uit te filteren.

Consistente dividendverhogingen
Een manier om de dividendvalkuil te vermijden, is bedrijven te selecteren die een consistent patroon van toenemende dividenden kunnen voorleggen. Vanguard Dividend Appreciation ETF (VIG) en PowerShares Dividend Achievers (PFM) selecteren hun aandelen uit bedrijven die hun dividenden al 10 jaar of meer opvoeren. SPDR S&P Dividend (SDY) gaat nog een stapje verder en kijkt naar de dividendverhogingen van de afgelopen 25 jaar. Het resultaat is echter een portefeuille van amper 50 participaties, wat wellicht te geconcentreerd is om te dienen als kern van een aandelenbelegging.

Ook voor PowerShares HighYield Dividend Achievers (PEY) is 10 jaar van dividendgroei een vereiste, maar net zoals SDY gebruikt het een wegingsmethodologie voor de dividendopbrengst, in plaats van de gewijzigde marktkapitalisatie-aanpak van VIG van PFM. Dit levert een hogere opbrengst op, maar ook een hogere volatiliteit, omdat de aandelen met de hoogste opbrengst doorgaans ook met het grootste risico gepaard gaan. Door hun focus op kwaliteitsaandelen en hun gebruik van marktkapitalisatie-weging hebben zowel VIG als PFM een hoog percentage beleggingen (elk circa 60 procent) in aandelen van ondernemingen met groot concurrentievoordeel. SDY en PEY daarentegen beleggen respectievelijk slechts 23 procent en 9 procent in aandelen met brede slotgracht (door Morningstaranalisten gedefinieerd als beschikkend over een duurzaam concurrentievoordeel.)

Het is dan ook geen verrassing dat deze fondsen vaak overwogen zijn in basisconsumptiegoederen en aandelen aanhouden met sterke merkherkenning. Zo bezitten de drie fondsen Coca-Cola (KO), PepsiCo (PEP) en McDonald's (MCD). Bedrijven met sterke merken die stabiele, recurrente inkomsten genereren, zijn doorgaans het beste in staat hun dividenden in de loop van de tijd te verhogen.



Weging naar uitbetaalde dividenden
Een tweede benadering om de dividendvalkuil te vermijden, is de aandelen te wegen naar het totale bedrag van de uitbetaalde dividenden in plaats van naar de dividendopbrengst (percentage). Dit resulteert in een verschuiving naar grotere bedrijven, die immers meestal het best in staat zijn de hoogste dividenden uit te betalen op absolute basis, maar niet op percentagebasis. WisdomTree LargeCap Dividend (DLN) volgt deze aanpak en zijn twee grootste participaties zijn AT&T (T) en ExxonMobil (XOM). Ook iShares Dow Jones Select Dividend Index (DVY) weegt naar dividendbedrag, maar gebruikt ook nog andere screeningcriteria voor opname in de index, zoals de vereiste van vijf jaar van dividendgroei en een gemiddelde dividenduitbetalingsverhouding van minder dan 60 procent.

Diversificatie
Vanguard High Dividend Yield Index ETF  (VYM) hanteert een aanpak op basis van diversificatie en marktkapitalisatieweging om de impact van de enkele aandelen van lage kwaliteit op de portefeuille te beperken. Het fonds rangschikt de aandelen naar dividendopbrengst en neemt vervolgens andere aandelen op tot het 50 procent van de marktkapitalisatie van het brede universum verzameld heeft. Door de weging naar marktkapitalisatie domineren de stabiele, grote namen de lijst, die echter ook honderden kleinere aandelen met hoge dividenden omvat. Alles bij elkaar houdt YYM 563 aandelen. Het omvattende WisdomTree Total Dividend (DTD) weegt aandelen die verhandeld worden op Amerikaanse beurzen en bepaalde liquiditeitsvereisten vervullen naar dividend, wat een indrukwekkende 757 participaties oplevert.

Andere methoden
First Trust Value Line Dividend Index (FVD) selecteert aandelen met een bovengemiddelde dividendopbrengst, die echter in de top twee moeten zitten van vijf veiligheidsclassificaties, die gebaseerd zijn op aandelenkoersstabiliteit en balanskwaliteit. Het fonds geeft deze aandelen dan een gelijke weging.

We hebben de S&P 500 Index en twee obligatie-ETF’s in de tabel opgenomen ter vergelijking: iShares iBoxx $ Investment Grade Corporate Bond (LQD) en iShares iBoxx $ High Yield Corporate Bond (HYG). Veel van de dividendgerichte ETF’s waren echter overwogen in de financiële sector, en dat heeft hun rendement ten opzichte van de S&P 500 door de crisis van 2008 de afgelopen drie jaar sterk gedrukt. De twee obligatiefondsen konden bogen op het veel sterkere rendement en lagere risico waarmee een hogere positie in de kapitaalstructuur nu eenmaal gepaard gaat. Voor de toekomst bieden zij echter minder potentieel voor vermogensgroei. Bovendien bieden vastrentende effecten zoals de naam reeds aangeeft een “vast” dividend, terwijl aandelendividenden kunnen groeien. En al het opwaartse potentieel boven de vastrentende contractuele verplichtingen vloeit naar de aandeelhouder.

Conclusie
Voor inkomstenbeleggers die slechts een klein deel van hun vermogen willen beleggen in de aandelen met de hoogste kwaliteit, zouden we Vanguard Dividend Appreciation ETF willen aanbevelen. Niet alleen kan dit fonds een bovengemiddeld rendement over de afgelopen drie jaar voorleggen, het heeft ook de laagste volatiliteit van de negen fondsen die besproken worden in dit artikel. Beleggers die op zoek zijn naar nog hogere opbrengsten en die bereid zijn het daarmee gepaard gaande risico te aanvaarden, kunnen een nadere blik werpen op SPDR S&P Dividend. 

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Michael Rawson  

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten