Een vrouw trekt vermogen aan. Plus andere succesfactoren voor nieuwe fondsen

Wat laat een nieuw beleggingsfonds slagen op het gebied van beheerd vermogen en toekomstige rendementen? Deze vraag stelden onderzoekers van Morningstar zich. Zij kwamen tot opmerkelijke conclusies. Zo vonden ze onder andere dat een vrouwelijke beheerder hogere inflows voor een nieuw fonds betekent. Deze en andere succesfactoren bespreken we in dit artikel.

Ronald van Genderen 12 oktober, 2016 | 9:37
Facebook Twitter LinkedIn

Beleggers hebben een geweldige keuzemogelijkheid als het aankomt op het aantal beschikbare beleggingsfondsen. Alleen al in Nederland kan een belegger 4.454 verschillende beleggingsfondsen kopen, en dan laten we trackers nog buiten beschouwing. Daarmee is de keuze wellicht overweldigend. Toch komen er ieder jaar weer nieuwe beleggingsfondsen bij. Zo staat de teller dit jaar tot dusver, medio oktober, reeds op 117.

De vijf P’s
Bij Morningstar beoordelen fondsanalisten een beleggingsfonds op basis van de zogenaamde vijf P’s, oftewel People (de beheerders), Process (het beleggingsproces), Parent (het fondshuis), Performance (de prestaties) en Price (de kosten). Dit vormt een prima raamwerk om de kwaliteit van bestaande, maar ook nieuwe beleggingsfondsen te beoordelen, al missen we dan vaak nog wel een betrouwbaar track record.

Succesvol
Een aantal van Morningstar’s kwantitatieve analisten, onder leiding van Lee Davidson, onderzochten over welke kwaliteiten een nieuw beleggingsfonds moet beschikken om in de toekomst succesvol te zijn. Daarbij hebben ze succesvol op twee wijze gedefinieerd. Enerzijds keken ze naar toekomstige risico gecorrigeerde rendementen en anderzijds keken ze in welke mate de nieuwe beleggingsfondsen in staat waren om beheerd vermogen, oftewel inflows, aan te trekken. Als een nieuw beleggingsfonds niet op beide fronten succesvol is, heeft het eigenlijk geen bestaansrecht. Hieronder behandelen we de opmerkelijkste bevindingen van de Monringstar-onderzoekers.

Reeds bekende factoren
Allereerst deden de onderzoekers een aantal bekende observaties, waarvan Morningstar eerder heeft gesteld dat ze in het belang van beleggers zijn. Zo is er een positief verband tussen de frequentie waarmee de portefeuilleposities worden geopenbaard en toekomstige risico gecorrigeerde rendementen en het fondsvermogen. Dit geldt ook als beheerders zelf in hun fonds beleggen. Niet verwonderlijk is de constatering dat hoge kosten uiteindelijk leiden tot lagere rendementen en ook negatief uitpakken op het vermogen onder beheer.

Vrouwen trekken meer vermogen aan
Een nieuwe, opmerkelijke constatering is dat een vrouwelijke beheerder bij een nieuw fonds zorgt voor hogere instroom van beleggersgeld. In een eerdere studie kwam Morningstar tot de conclusie dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn binnen de fondsindustrie in vergelijking met andere industrieën.

Beleggers zijn mogelijk van mening dat de schaarse vrouwen die de positie van fondsbeheerders weten te bereiken, wel heel goed moeten zijn en daarom vertrouwen ze eerder hun geld toe aan deze vrouwelijke beheerders. Althans, dat zou volgens de onderzoekers van Morningstar een mogelijke verklaring kunnen zijn. Overigens is niet gebleken dat vrouwelijke beheerders uiteindelijk ook betere toekomstige prestaties behalen op nieuwe fondsen.

Winner takes all
Fondsen die nieuw geïntroduceerd worden in een Morningstar categorie waarin het meeste vermogen geconcentreerd zit bij één of enkele bestaande fondsen, zullen moeite hebben om vermogen aan te trekken. Daar is één uitzondering op. Namelijk wanneer het nieuwe fonds uit de stal komt van het fondshuis dat ook het dominante bestaande fonds of fondsen aanbiedt.

Een belangrijke mogelijke verklaring is de perceptie van beleggers dat, als het bestaande fonds al zo groot is, het waarschijnlijk een goed fonds is. Dan zal het nieuwe fonds wel over gelijkwaardige kwaliteiten beschikken, lijken beleggers te denken.

Daarnaast blijkt dat grote en dominante fondshuizen binnen een beleggingscategorie (dus binnen aandelen, obligaties en mixfondsen) over het algemeen in een betere positie verkeren om geld aan te trekken voor hun nieuwe fondsen. Dit effect blijkt met name sterk te zijn bij obligatiefondsen.

Voorkeur voor bepaalde stijlen
Uit het onderzoek blijkt verder dat beleggers een voorkeur hebben voor nieuwe fondsen die beleggen in op dat moment populaire aandelen, zelfs al wijst beschikbare informatie er op dat een andere keuze tot waarschijnlijk betere prestaties zal leiden. Verder zouden beleggers liever beleggen in large-caps dan in small-caps.

Als het bloed door de straten vloeit…
Een laatste vermeldenswaardige waarneming is het feit dat nieuwe fondsen die ten tijde van economische stress worden geïntroduceerd, in de jaren daarna betere prestaties behalen. Een logische benadering van dit fenomeen ligt zeer waarschijnlijk in het feit dat nieuwe fondsen kleiner in omvang zijn. Bij een economisch guur klimaat of wanneer het bloed door de straten vloeit, ontstaan vaak kansen op financiële markten. Dat zijn vaak kansen die weliswaar significante winsten kunnen opleveren, maar die te klein in omvang zijn voor de grote(re) reeds bestaande fondsen om er op in te kunnen spelen.

Wilt u het volledige onderzoeksrapport lezen klink dan hier.

Om een interview met de onderzoekers te bekijken klikt u hier.

Lees ook eerdere columns van Ronald van Genderen:

- Wenkbrauwgymnastiek

Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Ronald van Genderen

Ronald van Genderen  is fondsanalist bij Morningstar Benelux

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten