Morningstar’s vooruitzicht voor de Amerikaanse economie

Net als voor een olietanker is het ook voor de Amerikaanse economie moeilijk om rechtsomkeer te maken, zowel in goede als in slechte zin.

Robert Johnson, CFA 10 oktober, 2013 | 16:04
Facebook Twitter LinkedIn

  • De Amerikaanse economie overleeft hogere rente met trage, maar gestage groei en lagere inflatie.

  • De Europese en de Chinese economie winnen vaart terwijl de economie in opkomende markten vertraagt.

  • Onder een gestage Amerikaanse economie wijzen onze sectorteams op tektonische verschuivingen in de bedrijfswereld.


Bijstellen van mijn vooruitzichten voor de economie
Mijn globale economische vooruitzicht voor 2013 blijft in principe ongewijzigd sinds ik ze vorige herfst bekendmaakte. Ik breng er nu alleen een paar kleine verbeteringen in aan: een bescheiden beperking van mijn globale groeivooruitzicht, een aanzienlijke beperking van mijn vooruitzicht voor de inflatie en geen verandering in mijn verwachting voor de arbeidsmarkt. Ik introduceer ook een vooruitblik op 2014 dat niet erg verschilt van die van 2013 of 2012 (klik op tabel voor vergroting).





Het belangrijkste wat ik in de afgelopen jaren over de Amerikaanse economie heb geleerd, is dat ze kan worden vergeleken met een olietanker: niet in staat om snel van koers te veranderen, met een gestage snelheid en richting. De schok die nodig is om in de economie een verschuiving tot stand te brengen, is veel groter dan wij drie tot vier jaar geleden zouden hebben gedacht. De Amerikaanse economie heeft zware stormen doorstaan, volatiele brandstofprijzen en verschillende confrontaties in de regering, zonder ook maar een kik te geven.

Het is even moeilijk gebleken om een zekere versnelling en een bepaald economisch welvaartsniveau te halen als een diepe duik in de afgrond. De neiging van de meeste consumenten om elke dollar die ze bezitten uit te geven, relatief onwrikbare loontarieven en de neiging van de consument om ondanks alle tegenslagen op korte termijn toch nog in het huidige tempo geld te blijven uitgeven, dragen allemaal bij tot de globale stabiliteit en de trage groei van de economie.

Economische gegevens niet zo volatiel als de krantenkoppen suggereren
Sommige van de maandelijkse en driemaandelijkse economische gegevens lijken extreem volatiel te zijn. Zelfs de groei van het bbp was uitzonderlijk volatiel en kromp in december 2012 tot nauwelijks 0,1 procent om vervolgens in het tweede kwartaal van 2013 te versnellen tot 2,5 procent. Voorraadverschuivingen, boekhoudproblemen, seizoensgebonden aanpassingsfactoren, veranderingen in exportcategorieën en wisselvallige weersomstandigheden zijn verantwoordelijk voor deze schommelingen in de gerapporteerde bbp-groei - geen échte economische veranderingen. De gegevens over de Amerikaanse consumptie en arbeidsmarkt zijn opvallend stabiel, zoals in deze tabel wordt weergegeven (klik op tabel voor vergroting):




Wat is er in het derde kwartaal veranderd?
Hoewel de globale economie vrij stabiel is gebleven, had het derde kwartaal een aantal echte verrassingen in petto, zowel positieve als negatieve. Positief was dat Europa van recessie naar herstel lijkt te evolueren en dat de bbp-groei voor het tweede kwartaal voor het eerst sinds 2011 positief was. Veel economen, ook ikzelf, dachten dat de Europese recessie nog tot eind 2013 zou kunnen blijven duren. Peilingen naar de industriële productie en het sentiment onder aankoopmanagers lijken erop te wijzen dat Europa ook in het derde kwartaal blijk geeft van verbetering. 

Meer positief nieuws was dat het tempo van de Amerikaanse, de Chinese en de Europese productie-economieën tijdens het kwartaal verder leek te versnellen. Een betere autoverkoop en -productie was gunstig voor de gegevens, evenals de zekere mate van voorraadheropbouw en algemene verbeteringen op het vlak van consumptie als gevolg van het toegenomen vertrouwen van Europese consumenten. Tot slot rapporteerde een aantal van Morningstar’s aandelen- en obligatieteams ook een hogere Europese omzet. Opvallend was het herstel van de Europese omzet die door McDonald’s werd gerapporteerd.

De economie lijkt zich aan te passen aan hogere rentevoeten
Minder goed nieuws was dat de rentevoeten tijdens het grootste deel van het kwartaal bleven stijgen. Amerikaans staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar naderden medio september de 3 procent alvorens weer enigszins tot rust te komen nadat de Federal Reserve besloot om het obligatie-opkoopprogramma niet af te bouwen.

Het is misschien nog te vroeg voor definitieve uitspraken, maar de hogere rente leek het herstel in zijn geheel niet onmiddellijk van de rails te laten kopen. Ondanks de beslissing van de Fed om zijn obligatie-opkoopprogramma voorlopig niet af te bouwen, liggen de rentevoeten nog steeds aanzienlijk hoger dan vorig kwartaal en is het onwaarschijnlijk dat ze de eerdere dieptepunten weer zullen halen. Hoewel er althans de komende maand geen afbouw van QE zal plaatsvinden, moet het ooit gebeuren, en de markt weet dat. In de loop van het komende jaar zal de rente op 10 jaars schatkistpapier volgens mij zo'n 3 à 4 procent bedragen en zal er over drie tot vier maanden een of ander afbouwprogramma van start gaan.

Woningmarkt en opkomende markten lijden het zwaarst onder de hogere rente
De verkoop en de bouw van nieuwe woningen zijn in de omgeving van hogere rente echter vertraagd. Terwijl de verkoop van bestaande woningen aanzienlijk is gestegen, aangezien kopers hun slag wilden slaan voor de rente nog verder zou stijgen. Zelfs vóór de hogere rentevoeten leken de woningmarktgegevens hun hoogtepunt te hebben bereikt, aangezien het tekort aan grond en arbeidskrachten de woningbouw vertraagde. Hierdoor hebben veel analisten beslist om hun vooruitzicht voor de woningmarkt en de bijdrage daarvan aan de bbp-groei voor zowel 2013 als 2014 terug te schroeven.

Wat ligt er in het verschiet voor het vierde kwartaal en daarna?
Voor Europa zouden de omstandigheden beter kunnen, voor de opkomende markten had het erger kunnen zijn. Het herstel van Europa zou zichzelf in stand kunnen houden naarmate het vertrouwen van de consumenten toeneemt en bedrijven hun voorraden blijven heropbouwen. Een sterkere markt voor export naar China zou eveneens kunnen helpen. Daarnaast beginnen ook enkel zwaardere bezuinigingsprogramma's van regeringen stilaan weg te ebben. Dit zou voor Amerikaanse en Chinese exporteurs goed nieuws moeten zijn. Maar het gevaar is voor Europa nog niet helemaal geweken. Veel financiële instellingen beschikken nog steeds over onvoldoende kapitaal en sommige landen gaan nog steeds gebukt onder een grotere schuldenlast dan zij ooit kunnen terugbetalen. Ook is het herstel in Frankrijk, de op een na grootste economie van Europa, niet even solide geweest als in verschillende andere Europese landen.

In het algemeen worden opkomende markten gekenmerkt door een vertraging, met uitzondering van China. Aan het einde van het tweede kwartaal leek China te vertragen, althans gedeeltelijk wegens een poging van de regering om over te schakelen naar een meer consumptiegerichte economie en gedeeltelijk wegens een zwakke exportmarkt. De groei in China is onlangs gedaald van 10-12 procent tot zo'n 7,5 procent, het laagste resultaat sinds 1990. Terwijl de groei in Europa weer vaart won en de Chinese uitgaven aan infrastructuur en andere investeringen weer toenamen, lijkt China het roer te hebben omgegooid. De recente Chinese export- en productiegegevens zijn opmerkelijk verbeterd. Of het herstel duurzaam is, is nog lang niet zeker.

De rest van de opkomende markten werd zwaar getroffen toen de gevolgen van een potentiële verstrakking van het monetaire beleid van de Amerikaanse Federal Reserve Bank (Fed) duidelijker werden. Toen de Fed de Amerikaanse rente ongelooflijk laag hield, stroomde er massaal geld naar opkomende markten wegens hun hogere groei en hun interessantere rendementen. Nu de Fed het obligatie-opkoopprogramma dreigt stop te zetten, zijn de Amerikaanse rentevoeten scherp gestegen. Door die hogere rentevoeten vloeide er weer meer kapitaal terug naar de VS.

In de opkomende markten leidden de kapitaaluitstromen tot een waardedaling van de valuta's en een aanwakkering van de inflatie, waardoor de groei althans tijdelijk vertraagde. Veel valuta's bevinden zich momenteel op hun laagste niveau ooit, wat uiteindelijk gunstig zal zijn voor de groei op de langere termijn. De gevolgen op korte termijn zijn echter rampzalig. De olieprijzen, die zelfs uitgedrukt in dollar zijn gestegen wegens de toestand in Syrië, liggen in opkomende markten waarvan de valuta's aanzienlijk zijn gedaald, nog veel hoger. Om de valuta te beschermen, beslissen veel van deze landen om de rente te verhogen, wat de economische groei nog meer afremt.

De lage inflatie zou kunnen aanhouden. Voor de economie lijkt de inflatie de enige factor die roet in het eten zou kunnen gooien. Maar de inflatie is dit jaar opmerkelijk laag gebleven, met vlakke (zij het hoge) energieprijzen, geen stijgingen in de prijzen van geneesmiddelen en lagere prijzen voor tweedehandsauto's. De echte verrassing dit jaar is de scherpe neerwaartse buiging van de kostencurve van de gezondheidszorg. Er heerst nog heel wat discussie of dat een tijdelijke factor is, een fenomeen dat verband houdt met de recessie of een blijvende langetermijntrend. Maar gezien het bijna recordniveau van de productiekloof, de hoge werkloosheid en de lage capaciteitsbenutting, lijkt het onwaarschijnlijk dat de globale inflatie op korte termijn zal versnellen.

Een confrontatie in het Congres zou het herstel kunnen vertragen. Terwijl alle blikken in september gericht waren op de Federal Reserve en Syrië, leken maar weinig analisten rekening te houden met een 'government shutdown' na 30 september door een gebrek aan overheidsfinanciering of een overschrijding van het schuldenplafond medio oktober. De shutdown is inmiddels een feit en de debt ceiling nadert met rasse schreden.

Gezien de standpunten over de Affordable Care Act op korte termijn zal er wellicht niet gemakkelijk een snelle oplossing worden bereikt. De Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden trachten de twee punten aan elkaar te koppelen. Zelfs een continuing resolution, die de huidige reeks wetten alleen maar verlengt, is voor de economie geen fantastisch nieuws. Hoewel velen denken dat de nare gevolgen van de automatische bezuinigingsmaatregelen zijn ontweken, zullen de ergste gevolgen merkbaar zijn in het boekjaar 2014, en niet in het boekjaar 2013. Het sequester heeft betrekking op uitgavenbevoegdheden en niet op contante uitgaven. Bijgevolg is het mogelijk dat bepaalde gevolgen van het sequester nog een jaar lang niet merkbaar zijn.

De woningmarkt zou kunnen stabiliseren en weer sneller groeien. De hogere rentevoeten, hogere prijzen, voorraadtekorten en arbeidstekorten hebben de woningmarkt het afgelopen jaar allemaal tegengewerkt. Maar bepaalde factoren zouden in het vierde kwartaal en daarna stilaan kunnen wegebben. De beslissing van de Fed om zijn QE-programma niet onmiddellijk af te bouwen, zou althans tot een tijdelijke daling van de rente kunnen leiden, die kopers over de streep kan trekken die de lagere rentevoeten in de lente hebben gemist. De voorraadniveaus lijken weer te stijgen en langzaamaan worden bepaalde knelpunten in de woningproductie opgelost. Wat even belangrijk is, is dat de banken hun bijzonder strenge kredietbeleid eindelijk weer enigszins versoepelen. Iedereen die een woning bouwt is nog steeds verheugd over dit positieve potentieel. Officieel bevinden de gegevens over hun sentiment zich op het hoogste niveau van het herstel, ondanks het feit dat het aantal nieuwe woningen meer dan 10 procent lager ligt dan het niveau tijdens de lente.

Vooruitzichten voor sectoren vertonen enkele belangrijke verschuivingen
Hoewel de economische groei globaal genomen traag maar gestaag verloopt, hebben er binnen sectoren enorme verschuivingen plaatsgevonden. Daarop wordt gewezen door Morningstar’s team van aandelenanalisten. In de technologische sector vindt er een enorme verschuiving plaats van pc's naar mobiele toestellen. Ons techteam merkt op dat de verkoop van conventionele pc's voor 2013 wellicht 8 procent lager zal liggen, terwijl de verkoop van smartphones en tablets het verschil ruimschoots compenseert.

Ons consumententeam wijst inmiddels op een machtsverschuiving tussen producenten van consumentengoederen en detailhandelaren. In een recent geschil tussen Coca-Cola en Costco heeft Costco drie weken lang geen Coke-producten verkocht en gaf Coke blijkbaar als eerste toe. Daarnaast is er ook de aanhoudende verschuiving van traditionele winkeliers naar Amazon.com.

Ons energieteam heeft dan weer gewezen op de verschuiving tussen olie uit het Midden-Oosten en binnen de VS geproduceerde olie en gas. Dit zijn geen kleine veranderingen, maar ze liggen verborgen onder de rust van de relatief gestage economische groei. Voor werknemers en managers die op deze terreinen werken lijkt de wereld volatieler en enger dan de stabiliteit die ik vaak in mijn wekelijkse commentaren beschrijf.


In dit artikel worden een aantal ondernemingen genoemd. Lees de analyse van hun aandeel: McDonald's, Coca-Cola en Amazon.com.

Lees in het artikel Reality of Government Shutdown Still Setting In de laatste visie van Robert Johnson op de shutdown van de Amerikaanse overheid. In onderstaande video legt Johnson uit hoe een langdurige shutdown zeer schadelijk voor de Amerikaanse economie kan zijn.



Lees ook
Morningstar’s vooruitzicht voor de aandelenmarkt
Voor extra rendement is de selectie van aandelen veel belangrijker dan het gissen naar macro-economische en rente-ontwikkelingen. Europese aandelen zijn ondergewaardeerd.


Morningstar's vooruitzicht voor de obligatiemarkt
De stijgende rente heeft zijn tol geëist, maar aangezien de Fed zijn plannen voor de afbouw van de QE voorlopig uitstelt, kunnen beleggers wellicht een deel van hun verliezen terugwinnen.

TAGS
Facebook Twitter LinkedIn

Over de auteur

Robert Johnson, CFA  Robert Johnson, CFA, is director of economic analysis with Morningstar.

© Copyright 2024 Morningstar, Inc. Alle rechten voorbehouden.

Voorwaarden        Privacybeleid        Cookie Settings        Beleidsdocumenten